Klopt het dat kaas goed is voor tanden en kiezen?

Dat klopt. Van de zuivelproducten is kaas extra goed voor het gebit. Vergeleken met melk zorgt het voor extra speekselproductie, waardoor aanwezige zuren geneutraliseerd worden. Deze speekselproductie verbetert bovendien het voedseltransport in de mond, waardoor koolhydraten slechts kort in de mond aanwezig zijn. Ook is het een voordeel dat kaas een vaste substantie is. Hierdoor gaat het lokaal op tong, tanden en kiezen zitten. Het vormt het daar een mooi reservoir aan calcium en fosfaat. Gebitselementen hebben dan iets meer tijd om calcium en fosfaat op te nemen, wat een bijdrage levert aan het voorkomen van cariës.

Daarnaast bevat kaas, net als andere zuivelproducten, het eiwit caseïne. Caseïne bevat veel van de chemisch gebonden fosfaten. Als caseïne op het tandoppervlak gaat zitten, zoals gemakkelijk bij kaas gebeurt, kan fosfaat losgekoppeld worden. Zo zit er meteen weer een voorraad aan fosfaat op het gebitselement. De zogenoemde caseïnefosfopeptiden remmen ook de aanhechting van cariogene bacteriën aan het gebit.